Werknemer en werkgever

Studie 15

Over dit onderwerp bestaat een brede belangstelling. Door de loop der jaren zien we dat er veel gesproken is over de verbetering van de relatie tussen werkgever en werknemer. En dat is zeer nuttig. Maar welk succes er ook wordt behaald er blijft altijd een gespannen sfeer tussen die twee partijen bestaan. Is dit een gezamenlijk probleem van wederzijdse ontevredenheid? Laten we maar heel eerlijk zijn iedereen wil steeds meer. En zo staat de relatie tussen werknemer en werkgever voortdurend onder druk. Natuurlijk zijn er uitzonderingen en ik denk dat dit verschil zit in het feit, of je Christen bent. Wat is jouw houding in dit alles? En wie is je echte baas?

Inhoud:

  • Inleiding
  • Christelijk dienstbaarheid
  • Mijn houding t.o.v. mijn baan
  • Mijn houding t.o.v. mijn werkgever
  • Bazen en leidinggevenden

Inleiding

In deze studie willen we kijken naar de Bijbelse gezagsverhoudingen tussen werknemers en werkgevers. Dat ze door de eeuwen heen op gespannen voet hebben geleefd hoeft geen betoog. Lees de vakbondsverslagen er maar op na en je ziet een strijd die cirkelt om de verbetering van arbeidsomstandigheden en beloning. Zo zijn er al vele stakingen geweest om een noodzakelijk doel te bereiken. Want de grootste onvrede heeft eigenlijk al decennia lang gelegen op het gebied van uitbuiting. Denk nu niet dat ik partijdig wordt. Want zowel de werkgever als de werknemer hebben een bepaalde verantwoordelijkheid naar elkaar. Dat dit nog wel eens zoek is blijkt uit de vele arbeidsconflicten.

Ook de Bijbel spreekt een hartig woordje tegen beide partijen. Want Bijbels gezien hebben we allemaal een verantwoordelijkheid om goed met elkaar om te gaan. Uitbuiting wordt dan ook duidelijk als zonde aangemerkt. Het toont van minachting tegenover elkaar. God wil dat we elkaar met respect behandelen. Daar zijn beide partijen zéker bij gebaad. Er zijn gelukkig goede voorbeelden van wederzijdse tevredenheid. En het belang van christelijke principes kent daar een duidelijke invulling.

Vanuit de Bijbel zullen we steeds deze vraag moeten beantwoorden; ‘wat is het mij waard, om een gezonde verhouding in stand te houden tussen mij en mijn baas of omgekeerd’. Alleen dit uitgangspunt kan voor een enorme ontspanning zorgen. Je gaat elkaar dan beschermen omdat je Gods woord als norm wilt hanteren. Ik zei net al, dat de Bijbel duidelijke taal spreekt over gezagsverhoudingen. En daar zit voor ons allemaal een les te leren. Want we willen zo graag de baas spelen over elkaar. Sterker en slimmer zijn en hogerop komen gaat meestal via de rug, dus ten koste, van die ander.

Dit heeft God niet zo bedoeld. Hij wil dat we anders met elkaar omgaan. IJverige arbeiders verdienen respect, goede beloning en waardering. Wie goed werk levert moet je met wijsheid behandelen. En met onrealistische verwachtingen creëer je alleen maar moeilijkheden. We zijn zo gewend om kritiek te geven, dat we bijna niet meer weten hoe we een ander kunnen waarderen. Kritiek is dan ook doodsteek nummer één, in werkgevers en werknemers relaties.

De Bijbel benadrukt hoe noodzakelijk het is mensen te ondersteunen die hun werk goed doen. Het principe van delen staat bij God hoog in het vaandel. Het is de wil van God dat we goed zorgen voor mensen die hun tijd geven in dienstbaarheid aan de ander. Zodat zij op hun beurt weer kunnen voorzien in de behoeften voor hun gezin of zichzelf. Vgl. GALATEN 6:6. En dat moeten we niet met tegenzin doen, maar met een ‘gulle geest’. Daardoor toon je respect voor de ander.

“De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard’” 1 TIMOTHEÜS 5:18.

Voor studie LUCAS 10:7; 1 KORINTIËRS 9:4-10.

De arbeiders zijn hun loon waard, dit principe staat ook al te lezen in DEUTERONOMIUM 25:4. Het is dus al een heel oud gegeven. Hoewel het hier om ossen gaat die in een tredmolen lopen om het graan te dorsen, mochten deze dieren geen muilband om. Zo konden ze immers ook aan de kost komen? En Paulus gebruikt dit beeld hier in breder verband en zegt, ‘heb een gulle geest als mensen hun werk voor je doen’. Dit zien we ook terug in de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard, zie MATTHEÜS 20:1-16.

Christelijk dienstbaarheid

In de wereld zeggen ze dat het, ‘geven en nemen is’, maar bij God is het een, ‘geven en ontvangen’. Daarom is de Bijbel bij uitstek de beste Bron om te leren hoe we elkaar kunnen dienen. Het is dan ook geen verrassing om hierin te ontdekken dat Jezus de gevestigde orde behoorlijk aan de tand voelde. Lees de gelijkenissen er maar eens op na. Het moet je dan ook niet verwonderen dat God er alles aan gelegen is, dat er goede verhoudingen ontwikkeld worden tussen arbeiders en bazen. Tussen leiders en hun onderdanen, enz.

Een volwassen mens besteedt ongeveer één vierde van zijn tijd aan werk, en in sommige beroepen ligt dit zelfs nog iets hoger. Daarom is het van essentieel belang om te leren hoe en waar we verantwoordelijk voor zijn. Christelijk dienstbaarheid bestaat niet uit een, ‘zoveel uren’ contract. Het is iets wat thuishoort in je relatie met God. Het moet onderdeel van je leven zijn. Daarom is het goed om eens na te denken over, ‘welk type werkgever of werknemer jij bent, en past dit binnen de grenzen van Gods koninkrijk.

Maar waar ligt nu onze eerste prioriteit. Is dit de maatschappij of het koninkrijk van God? Voor een Christen zal dit geen discussie behoeven. In de eerste plaats dienen wij het rijk van God. Want als Christen ben je onderdeel van het ‘lichaam van Christus’, de gemeente. En van daaruit lever jij je bijdrage via de roeping die God je heeft gegeven. Zo is iedere Christen verantwoordelijk voor wat God te doen geeft. Paulus haakt hierop in wanneer hij ons wijst op ons gezamenlijke fundament.

“Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft” EFEZIËRS 4:1-3.

Voor studie KOLOSSENZEN 3:12-14; 1 KORINTIËRS 12:12-27; EFEZIËRS 4:11-16.

Het is Paulus’ gebed dat wij de weg gaan die past bij onze roeping. Want God heeft ons uitgekozen om dáár te dienen waar we Hem kunnen vertegenwoordigen met onze gaven en talenten. En binnen die taak-velden zijn we verantwoordelijk om ons getuigenis te praktiseren. Of je nu dominee of stratenmaker bent we worden opgeroepen de weg te gaan die bij ons past. Zo heeft iedere Christen een roeping tot christelijke dienstbaarheid. Dat betekent leven in afhankelijkheid van God. Leven in bescheidenheid en zachtmoedigheid, geduldig zijn en de ander te verdragen, dat is je inzet om je als Christen te laten zien.

Kunnen de mensen ons als Christenen herkennen, in de kerk of op de werkvloer? Wees bedacht op het feit dat mensen op je letten. Niet alleen je werkgever maar ook je collega’s geven acht op je. En wij, hoe bekijken wij die ander? Ja, ik weet wel, niemand is volmaakt we hebben allemaal zo onze eigen tekortkomingen. Maar het is niet onze taak om ons te verdiepen in de fouten van die ander, maar veel meer om; ‘door de samenbindende kracht van vrede de eenheid te bewaren’. Laat maar zien waar je voor staat. God verwacht een getuigende betrokkenheid van je, bij alles wat je doet.

Onze dienst aan God houd niet op wanneer je de kerk uitstapt en je met een tevreden gevoel op weg bent naar de koffie. Nee, dan begint het pas. Dan mag je niet voor je verantwoordelijkheden weglopen. We moeten leren om trouw te zijn aan ons geloof. Wanneer Paulus, Timotheüs of Petrus hun opdracht verzaakt zou hebben, hoe zouden we dan het evangelie gehoord hebben? Maar zij waren trouw aan hun Opdrachtgever, en schaamden zich niet voor het evangelie. Het zal niet altijd eenvoudig zijn om voor Christus uit te komen, die ervaring heeft elke Christen wel een keer opgedaan. Daarom worden we door een man als Petrus opgeroepen om voor ons geloof uit te komen.

Erken Christus als Heer en eer hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden1 PETRUS 3:15.

Voor studie KOLOSSENZEN 4:6; 2 TIMOTHEÜS 2:24-25; 1 PETRUS 1:3; 17.

Natuurlijk zullen mensen vragen naar je overtuiging. En hierin liggen voor ons de kansen om te getuigen van de hoop die in ons is. Gebruik die momenten met grote zorgvuldigheid en wees niet afstotend of kwetsend wanneer de ander je afwijst. Begrijp goed dat we een ‘zaaiende opdracht’ hebben. En uit een gelijkenis weten we dat een op de vier de kans grijpt om te geloven. Zie MATTHEÜS 13:1-9. Laat de veroordeling van collega’s of werkgevers je niet afschrikken.

“Iemand die in krijgsdienst is, laat zich niet afleiden door het leven daarbuiten, want zijn bevelhebber moet tevreden over hem zijn” 2 TIMOTHEÜS 4:2.

Mijn houding t.o.v. mijn baan

Voor veel mensen is kerk en werk strikt gescheiden. Een baan is om te voorzien in de dagelijkse behoeften en de kerk voor de geestelijke. Maar zo ziet God het niet. We moeten begrijpen dat God de Heer is over heel Zijn schepping. Hij heeft ervoor gezorgd dat alle elementen voor ons dagelijks onderhoud te vinden zijn in alles wat Hij ons toevertrouwd heeft. Grofweg zouden we de beroepsbevolking kunnen opdelen in twee groepen. Maatschappelijk dienstbaarheid en geestelijke dienstbaarheid. Binnen deze twee groepen speelt heel onze samenleving zich af. Wanneer ieder hierin zijn of haar werk goed doet zal er een goede basis zijn voor een vreedzaam leven. En maatschappelijk ongemak ontstaat daar waar mensen hun verantwoordelijkheden niet serieus nemen.

Daarom is het zo belangrijk je werk als een bediening te zien. Als een opdracht van God. Eigenlijk zijn we Ambassadeurs van God. Officiële vertegenwoordigers van het koninkrijk der hemelen. Dat is nogal wat! We zijn gezondenen met een boodschap van verzoening. Die verantwoordelijkheid moet je goed onder ogen zien, ook wanneer je nadenkt over je werk in of buiten de kerk. Daarom is het best eens nuttig om voor jezelf na te gaan, ‘hoe vervul ik mijn taak als afgezand, als ambassadeur van God’? Paulus neemt zijn taak ook heel serieus door te zeggen:

“Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen” 2 CORINTHIËRS 5:20.

Je baan is dus niet zomaar een baan, maar ook een mogelijkheid om de ander te bereiken. Want God ziet elk kind van Hem als een kanaal om Zijn liefde te tonen. Dit gegeven geeft ons een heel andere kijk op werk. Niet dat we goed betaalde evangelisten zijn geworden nee, goed in je werk zijn is al een getuigenis op zich. Laten zien dat je je werk naar behoren doet, kan een opening zijn voor getuigende activiteiten in je eigen tijd. Misschien ben jij op dit moment het middel van God om je collega of je werknemer te helpen de weg te vinden naar God de Vader. Hoor maar eens wat Jezus hier over zegt:

Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel” MATTHEÜS 5:14-16.

Hoe kun je nu een stad die op een berg ligt aan het oog onttrekken? Dat is onmogelijk! Wie zal een lamp aansteken en die vervolgens in een kast verstoppen? Dat doet toch niemand? Jezus zegt: “jullie zijn het licht in de wereld”. En hier spreekt het verlangen van Jezus dat wij dit licht dan ook laten zien. Dat we aan anderen tonen wie Jezus Christus is. Jammer genoeg verstoppen sommige mensen hun licht. Ze hebben moeite om er voor uit te komen en verzinnen dan ook allerlei uitvluchten. Maar Jezus zegt; ‘jullie zijn Mijn bakens zodat anderen hierop hun koers kunnen bepalen’. Dus scherm dit baken niet af, laat je licht maar schijnen. En let hierbij op deze tekst.

“Want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt. Doe alles zonder morren en tegenspreken, opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel” FILIPPENZEN 2:13-15.

In het verspreiden van Gods licht staan we nooit alleen. Ook al is het misschien een worsteling om Gods wil te doen, Hij staat naast je en moedigt je aan. En ons geloof in Jezus heeft iets in ons doen ontwaken, dat is het verlangen van Godswege om Zijn wil te doen. Wat dit met je werk te maken heeft? Alles! Want wij zijn kinderen van God temidden van een verdorven en ontaarde generatie. Wie zich hier niet van bewust is zal heel gemakkelijk met de grote massa meelopen. Die zal het licht verstoppen, want je wilt niet opvallen omdat je bang bent voor kritiek? Denk eens na in hoeverre je Jezus werk in jezelf belemmert door je mond te houden, uit vrees voor wat?

Bedenk dat je een grote invloed op collega’s of werknemers kunt hebben, omdat je langere tijd met hen optrekt. Door dit contact zullen er zeker gelegenheden zijn, zowel op verbaal als op non-verbaal niveau, om je licht te laten schijnen. Je kunt dus je baan als springplank gebruiken voor indirecte evangelisatie zonder je baas tekort te doen.

Mijn houding t.o.v. mijn werkgever

Een goede houding komt je niet aanwaaien. Daar zul je iets voor moeten doen. Wanneer je werknemer bent heb je eenmaal te maken met je meerdere, met iemand die boven je staat. En de praktijk leert ons dat hier veel mis kan gaan. Daar zijn vele oorzaken voor te noemen, je kent ze zelf misschien wel het beste. Dus wil ik hier verder niet bij stil staan. Maar voor een goede bedrijfsvoering is het nu eenmaal heel belangrijk dat er een gezonde communicatie moet zijn tussen alle partijen.

Daarom is het zo van belang dat je alles doet vanuit je relatie met God. Want Hij is het die ons aanzet om dienstbaar te zijn vanuit je Christen zijn. Dat moet dan ook bepalen welke houding je hebt tegenover hen voor wie je, en voor hen met wie je werkt. Laten we dit eens bekijken aan de hand van Bijbelse principes. Want hieruit kunnen we veel leren.

“Slaven, gehoorzaam uw aardse meester zoals u Christus gehoorzaamt, met ontzag, respect en oprechtheid; niet met uiterlijk vertoon om bij de mensen in de gunst te komen, maar als slaven van Christus die van harte alles doen wat God wil. Doe uw werk met plezier, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat allen door de Heer beloond worden voor het goede dat ze doen, zowel slaven als vrije mensenEFEZIËRS 6:5-8.

Voor studie KOLOSSENZEN 3:22-24; ROMEINEN 2:6; 2 KORINTIËRS 5:10.

In de tijd dat dit geschreven is waren er miljoenen slaven voor de Romeinen aan het werk. Hier was dus sprake van ‘gedwongen’ arbeid. Je kreeg alles wat je nodig had om in leven te blijven, maar ook niet meer dan dat. Toen het evangelie in die gebieden werd verkondigd kwamen veel slaven en hun eigenaars tot geloof. Maar toen moest er ook een oplossing gevonden worden om de relatie tussen slaven en hun meesters in het juiste licht te zien. En Paulus vertelt ze hoe ze dit samen kunnen doen in de vrijheid die ze gezamenlijk hebben ontvangen in Christus Jezus. Daarom wijst hij hen samen op hun verantwoordelijkheid, om vanuit hun relatie met God met elkaar om te gaan. Zo wijst hij hen op eerlijkheid, wederzijds respect en andere zaken die bijdragen aan een gezond werkklimaat.

“Slaven moeten in alles het gezag van hun meester erkennen en het hem naar de zin maken. Ze mogen hem niet tegenspreken of van hem stelen, maar moeten laten zien dat ze volkomen betrouwbaar zijn. Dan verhogen ze in alles wat ze doen het aanzien van de leer van God, onze redder” TITUS 2:9-10.

Voor studie LEVITICUS 19:11; 2 KORINTIËRS 8:21; KOLOSSENZEN 3:22.

De maatstaven die Paulus laat zien zijn zeker ook van toepassing op de hedendaagse verhoudingen tussen arbeiders en hun bazen en omgekeerd. Samen moeten ze hun best doen om in de harmonie van Christus met elkaar om te gaan. Dat dit zo niet altijd in de praktijk werkt zal duidelijk zijn. Maar dat neemt niet weg dat elke partij toch haar verantwoordelijkheid hierin moet nemen. Er zullen altijd gelovige en ongelovige werknemers en werkgevers zijn. Geen enkele werkgever zal altijd gelijk hebben wanneer het om meningsverschillen gaat. Dat maakt het soms moeilijk om je aan je meerdere te onderwerpen. Maar onderzoek jezelf ook eens, want sommige conflicten kunnen we voorkomen, door het anders te benaderen in tijd of woorden. En wanneer je dit in gehoorzaamheid aan Christus doet, zul je merken dat je getuigenis sterker is dan het meningsverschil. En is dit niet een geweldige kans die we steeds weer kunnen gebruiken om zo ons licht te laten schijnen?

Je mag je inzetten om het bedrijf met je kwaliteiten te dienen, je wordt er immers ook voor beloond? En geeft het geen goed gevoel dat mede door jouw inzet een bedrijf succesvol is geworden? En hoe je baas daar mee omgaat, is zijn verantwoordelijkheid. Het is jouw verantwoordelijkheid om een goede werknemer te zijn. Ik noem een aantal teksten die zeer de moeite van het bestuderen waard zijn. Trek je eigen conclusie, het zal je leven verrijken.

  • SPREUKEN 10:4; 18:9; 21:25; 22:29; ROMEINEN 12:11; 1 KORINTIËRS 10:24; 1 THESSALONICENZEN 4:11; 2 THESSALONICENZEN 3:10-13.

Een geweldig getuigenis vinden we in het verhaal over de levensgeschiedenis van Jozef. Vereerd door zijn vader en veracht door zijn halfbroers werd hij uiteindelijk als slaaf verkocht en kwam hij in Egypte terecht. Daar stonden hem vele problemen te wachten. Maar door zijn vasthoudendheid dat zijn God, El Shaddai, hem zou helpen, kon God hem gebruiken om de toekomst van Israël veilig te stellen. Zie GENESIS 37-50.

Bazen en leidinggevenden

Dat de Bijbel ook spreekt tot bazen en leidinggevenden ligt voor de hand. We moeten immers samen werken aan Gods opdracht om het land te bewerken. Vgl. GENESIS 2:5. Er zijn veel teksten die laten zien hoe een leidinggevende ‘gezond leiderschap’ kan beoefen. En God vraagt ten alle tijde om een rechtvaardig handelen.

“Meesters, geef uw slaven waar ze recht op hebben en wat redelijk is, want u weet dat ook u een meester hebt, in de hemel” KOLOSSENZEN 4:1.

De verhouding tussen werkgever en werknemer kan door verschillenden oorzaken zomaar verslechteren. En wanneer beiden op hun strepen gaan staan lost dit in de meeste gevallen niets op. Daarom zegt Paulus hier duidelijk, dat God boven alle tegenstellingen tussen mensen staat. Een leidinggevende moet weten dat ze zelf ook een Meester hebben die boven hen staat, die ook hen ter verantwoording zal roepen. Ook hun werk zal door God geïnspecteerd worden. Hoe behandel jij je personeel? Paulus spreekt zowel de slaven als de vrije mensen aan om hun werk, ‘als voor de Heer te doen’, met het uitzicht op een gelijkwaardige beloning door God.

“Doe uw werk met plezier, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat allen door de Heer beloond worden voor het goede dat ze doen, zowel slaven als vrije mensen. Meesters, behandel uw slaven op dezelfde manier. Laat dreigementen achterwege, want u weet dat zij en u dezelfde Heer in de hemel hebben, en dat hij geen onderscheid maakt” EFEZIËRS 6:9.

Als baas mag je jezelf best eens afvragen of eigenbelang niet ten koste gaat van je relatie met je werknemers. En hoe goed zie je de noden van je ondergeschikten? Veel mensen willen een goede ondruk maken door te laten zien hoe goed ze zijn, dat noemen we egoïsme. Wanneer je alleen maar aan jezelf denkt dan ontstaat er heel snel verdeeldheid. Dat is de reden dat Paulus zo sterk de nadruk legt op geestelijke eenheid, op onderlinge liefde en eensgezindheid. Dat zijn de bouwstenen voor een gezonde samenwerking. Goede onderlinge verhoudingen zijn belangrijker dan het feit hoe tevreden je met jezelf bent. Een eenheid tussen werkgevers en werknemers is een getuigenis wat meer indruk maakt dan al je aandelen. Een dergelijke eenheid kent natuurlijk haar prijs, en het sleutelwoord is hier nederigheid. Dat is niet een omlaag halen van jezelf, zegt Paulus, maar de ander als waardevol beschouwen.

“Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf” FILIPPENZEN 2:3.

Voor studie ROMEINEN 12:10,16; KOLOSSENZEN 3:12; 1 PETRUS 3:8; 5:5.

Een medicijn om egoïsme te bestrijden is dienstbaarheid, het zal Christenen naast elkaar plaatsen in plaats van tegenover elkaar. Het maakt een groot verschil of je de baas speelt of dat je laat zien dat je naast die ander staat omdat die zo belangrijk voor je is. Hoe kun je een goed leider zijn? Een Bijbels principe is,

“Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaatLUKAS 16:10. Zie ook PREDIKER 8:9.

Voor studie MATTHEÜS 25:21; MARKUS 10:42-45; 1 KORINTIËRS 9:19; 10:31-33.

Verantwoordelijkheden kosten veel tijd en energie om er goed mee om te gaan. Ze kunnen ook een struikelblok zijn voor je eigen carrière wanneer je als Christen niet getrouw bent in het kleine. In geldzaken wordt onze eerlijkheid meestal het zwaarst op de proef gesteld. Voor rijk en arm geldt hetzelfde, hemelse rijkdom is veel belangrijker dan wat we hier op aarde bij elkaar kunnen verdienen. Wie eerlijk is in het kleine zal dat ook zijn in andere zaken. Zelfs in je positie als directeur kun je de houding van dienstknecht aannemen zonder je leiderschap geweld aan te doen.

De mogelijkheid bestaat dat je baan in conflict komt met je Christen zijn. Wees dan eerlijk er zal altijd een spanningsveld zijn tussen kerk en werk. Benader daarom elk conflict met Bijbelse principes. Gebruik conflicten niet om voor je verantwoordelijkheden weg te lopen, door ze af te schuiven op anderen. Probeer een gezond evenwicht te vinden door God om raad te vragen. Zie JAKOBUS 1:5. Doe Bijbelse waarheden nooit geweld aan en waak voor de verleiding om iets te bereiken over de rug van een ander. De meeste problemen ontstaan door een gebrek aan overtuigd christelijke levensstijl of toewijding. Let daarom altijd op je gedrag en laat 1 PETRUS 3:16-17 je uitgangspunt zijn voor een zuiver getuigenis. Dan laat je zien wie je werkelijke Opdrachtgever is.

Ik wens je Gods zegen

Datum gemaakt: 15-10-2018
Versie: 2
  • Waardering
  • Hoeveel sterren geeft u dit artikel?